Als ik jong ben, ben ik lang. Hoe ouder ik ben, hoe korter. Wat ben ik?
74 resultaten
Als ik jong ben, ben ik lang. Hoe ouder ik ben, hoe korter. Wat ben ik?
Mieke’s moeder heeft 7 kinderen. Ze heten Anna, Anke, Amber, Alice, Amelia en Aster. Wat is de naam van het zevende kind?
Los deze oefening op van het derde leerjaar: 1, 2,3,4 en 5 zijn de cijfers die je moet gebruiken en elk cijfer mag maar één keer voorkomen .
Woordritsen. We zoeken een woord dat zowel met het eerste als met het tweede woord een samenstelling vormt. Zowel het woord als de twee samenstellingen moeten terug te vinden zijn in het groene boekje. In de opgave wordt al het aantal letters in het te zoeken woord weergegeven.
Woordritsen. We zoeken een woord dat zowel met het eerste als met het tweede woord een samenstelling vormt. Zowel het woord als de twee samenstellingen moeten terug te vinden zijn in het groene boekje. In de opgave wordt al het aantal letters in het te zoeken woord weergegeven.
Denkvraag. Afgelopen voorjaar (2017) schaarden Anderlecht, AA Gent en Racing Genk zich alle drie bij de laatste 16 ploegen in de Europa League. Een unicum. Wat was de kans dat er een Belgisch duel geprogrammeerd stond in de achtste finales?
Een boot ligt aangemeerd in de haven van Antwerpen. Aan de boot hangt een laddertje van drie meter lengte met om de 20 cm een sport. Als het eb is, steken er acht sporten uit het water. Bij vloed stijgt het water met één meter, hoeveel sporten zijn er dan nog zichtbaar?
Is het in Duitsland verboden dat een man met de zus van zijn weduwe trouwt?
Verwijder zes letters uit de onderstaande reeks en er zal een woord zichtbaar worden.
De letters dienen in dezelfde volgorde te blijven staan.
Marc komt elke dag van zijn werk om 17u met de trein aan. Zijn vrouw zorgt er steeds voor, dat ze stipt op dat moment met de auto bij het station arriveert. Marc stapt dan in en ze rijden huiswaarts. Op zekere dag komt Marc om 16u30 met de trein aan, waarvan zijn vrouw niet op de hoogte is. Hij besluit naar huis te wandelen. Na enige tijd komt hij zijn vrouw tegen, die op weg is naar het station. Marc stapt in en ze rijden naar huis. Nu blijkt dat ze 10 minuten eerder thuis zijn dan gewoonlijk. Hoe lang heeft Marc gelopen?
Welke zegswijze bekom je als je start bij de letter D en je past telkens de paardensprong toe?
Waarom staat er een vraagteken op de plaats van de letter P?