Eerste zeppelinvlucht

Friedrichshafen, 2 juli 1900

Graaf Von Zeppelin verandert met het luchtschip de 20e-eeuwse luchtvaart.

Vanuit een drijvende hangar op het Bodenmeer heeft het eerste luchtschip van graaf Ferdinand von Zeppelin een vlucht van ongeveer 18 minuten gedaan. De LZ-1 had, naast von Zeppelin zelf, vier bemanningsleden aan boord.

De Pruisische graaf Ferdinand von Zeppelin nam als hoge militair deel aan de Amerikaanse burgeroorlog. In 1863 maakte hij als waarnemer van de noordelijke troepen door observatieballonnen kennis met het"lichter-dan-lucht"-principe. Terug in Duitsland zei hij in 1891 het leger vaarwel om luchtschepen voor civiel en militair gebruik te ontwerpen. Op 2 juli 1900 maakte de zeppelin zijn eerste vlucht.

Von Zeppelin had het fortuin van zijn vrouw Isabella gebruikt om een fabriek op te richten en de ontwikkeling van een enorme ballon (van 128 x 11,5 meter) te financieren. Deze had een inhoud van 11.300 m³ en bestond uit zeventien met waterstof gevulde compartimenten met een rubberen omkleding. Een katoenen doek hield het lichtmetalen frame bijeen. De zeppelin werd aangedreven door twee Daimler-motoren van 215 pk met een roterende propeller en werd bestuurd met twee roeren op het voorschip en aan de staart. Twee gondels onder de ballon boden plaats aan de passagiers.

Bij de eerste vlucht legde de vijfkoppige bemanning op 396 meter hoogte in 18 minuten een afstand van 6 km af. Toen het luchtschip in de oorlog werd ingezet bij bombardementen op England en Frankrijk bleek het bij aanvallen zeer kwetsbaar. Na Von Zeppelins dood in 1917 lag de toekomst van de luchtvaart in handen van het vliegtuig. Ook de noodlottige ongelukken met de R101 in 1924 en de Hindenburg in 1936 droegen daaraan bij. Niettemin werden er tot 1997 zeppelins gemaakt in de oorspronkelijke fabriek in Friedrichshafen.