Pubquiz vraag 4450 Wetenschap

We zoeken een wiskundige constante waarvan de waarde de verhouding is tussen de omtrek en de diameter van een cirkel.
Meer pubquiz vragen over Wiskunde

Het getal pi is een wiskundige constante. Het getal is de verhouding tussen de omtrek en de diameter van een cirkel. Het symbool pi is de kleine letter uit het Griekse alfabet. Dit symbool werd door Engelse wiskundigen William Oughtred in 1647, en Isaac Barrow in 1664 al gebruikt als afkorting van het Griekse woord periphereia (= omtrek van een ronde vorm). Van u vernemen we graag de getalwaarde van pi afgerond op 6 (zes) cijfers na de komma.

De hemel heb ik bemeten, nu meet ik de schaduwen der aarde. Mijn geest verkeerde in de hemel, het lichamelijk omhulsel ligt hier. Dit is het grafschrift van een Duitse wetenschapper die de bewegingen van de planeten heeft vastgelegd. Daarnaast was hij ook een pionier in de optica en kristallografie en hebben we ook het verdomde integraalrekenen aan hem te danken. Wie zoeken we?

Het metrisch systeem heeft vier nieuwe voorvoegsels om het immens grote of het enorm kleine weer te geven. We geven de twee voor de grote getallen mee: ronna en quetta. Voor de kleinste getallen werd de zepto en de yocto ingevoerd, waarbij het getal op respectievelijk de 21e en de 24e plaats na de komma staat. Welke voorvoegsels gebruiken we nu voor de 27e en 30e plaats bij de kleine getallen?

Een middelpuntshoek van een cirkel is een hoek waarvan het hoekpunt het middelpunt van de cirkel is. In deze tekening de hoek alfa, dat is de groene hoek. Een omtrekshoek van een cirkel is een hoek waarvan het hoekpunt op de cirkel ligt en waarvan de beide benen de cirkel snijden. In deze tekening de hoek beta, dat is de rode hoek. Wanneer beide hoeken op dezelfde boog AB liggen zoals in de volgende tekening wat is dan de verhouding tussen de omtrekshoek en de middelpuntshoek